Filmanalyse

The Great Wizard of Oz

Voor deze opdracht filmanalyse keek ik naar The Great Wizard of Oz. Enkele jaren geleden had ik de nieuwe versie ervan gezien. Ik wist dat de nieuwe film afweek van het originele verhaal, maar dat de films zoveel van elkaar verschilden, had ik niet verwacht. Voor deze opdracht neem ik het basisconflict, de verhaalopbouw, de motieven, de personages en het aspect tijd van de originele film gedeeltelijk onder de loep. Om af te sluiten geef ik mijn kijkervaring nog mee.

A)      Basisconflict

Het basisconflict is in deze film een gewaagde onderneming met als doel de tovenaar te ontmoeten. Het is een avontuurlijke expeditie in een land dat onbekend terrein is voor de hoofdrolspeelster Dorothy. Vier avonturiers die elk hun eigen reden hebben om aan de expeditie deel te nemen, hopen dat de tovenaar hun smeekbeden wil verhoren. Eens ze bij hem aankomen, blijken ze zelf op miraculeuze wijze hun wensen al vervuld te hebben.

B)      Verhaalopbouw

Als we fabel en sujet met elkaar vergelijken is er bijna geen verschil merkbaar. Het verhaal verloopt chronologisch en er zijn nauwelijks tijdssprongen.

Zo begint het verhaal bij Dorothy thuis. Ze beleeft er enkele dingen waardoor ze haar hondje dreigt te verliezen en rent daarna van huis weg. Wanneer er onweer de kop opsteekt keert ze terug. Ze rent naar huis, maar wanneer ze daar aankomt, zit iedereen al in de schuilkelder en moet ze in het huis gaan schuilen. Een tornado houdt stevig huis. Dorothy verliest haar bewustzijn en begint te dromen. Ze droomt dat ze door de tornado in het magische land van Oz terechtkomt. Daar vertelt de goede heks haar dat ze de tovenaar moet gaan zoeken om terug naar huis te kunnen keren. Ze gaat naar hem op zoek en ontmoet onderweg haar mede expeditieleden.  Ze moet echter enkel op expeditie om te ontdekken dat ze thuis alles heeft wat ze nodig heeft. Nadat de expeditie is afgelopen, ziet ze dit in en kan ze met de schoentjes die ze in het begin van de droom kreeg naar huis vertrekken. Dan ontwaakt ze uit haar droom en staat heel haar familie rond haar. Door het avontuur in haar droom is ze erg blij om weer thuis te zijn.

De vertelling begint bij het begin ofwel ‘ab ovo’. Je maakt kennis met alle personages door de ogen van Dorothy. Er worden ook geen flashbacks gebruikt om extra info te verschaffen over de personages. In deze situatie zouden flashbacks dan ook overbodig zijn omdat je de personages voldoende leert kennen in het begin. Het verhaal heeft een gesloten einde. Alle mogelijke vragen zijn opgelost als de film eindigt, als kijker blijf je niet met vragen achter. Het verhaal is netjes afgesloten.

Het is een verhaal in een verhaal. Het is dus een ingebedde vertelling of raamvertelling. De karakters in Dorothy’s droom gelijken sterk op de karakters in de realiteit van het verhaal. Ze vervullen ook ongeveer dezelfde rol en hebben globaal genomen dezelfde karaktertrekken. Daarom kan je deze tekst een mise-en-abime of spiegeltekst noemen.

C)      Vier motieven en het grondmotief

De gele klinkerweg:
Deze weg leidt Dorothy naar de tovenaar. Hij is min of meer de leidraad van het verhaal maar de weg zelf verandert niets aan het verhaal. De weg is een tastbaar begrip en is dus een concreet motief. Omdat het een belangrijk aspect van het verhaal is, is dit motief een concreet gebonden motief. De gele klinkerweg verandert echter niks aan de fabula, wat het een concreet gebonden statisch motief maakt.

De rode schoentjes: 
Deze schoentjes krijgt Dorothy als ze aankomt in het magische land van Oz. Uiteindelijk krijgt ze te horen dat ze daarmee naar huis kan keren. Zonder die schoentjes zou ze niet terug thuis geraken, daarom is dit een dynamisch motief. Het heeft dus ook een lichte impact op de fabula. De rode schoentjes zijn een gebonden dynamisch motief. De schoentjes zijn uiteraard ook een tastbaar gegeven in het verhaal, dus is het een concreet motief.

Naast deze concrete motieven kan je een abstract motief herkennen. Zoals in nog vele andere films probeert ook hier het kwaad de plannen van de goeden te dwarsbomen. Het abstract motief is dus goed versus kwaad. Dorothy en haar metgezellen zijn onschuldige goede personages. Daarnaast heb je nog Glinda de goede heks van het Noorden. Zij staan tegenover de slechte heks uit het Westen en de slechte heks uit het Oosten.

Wanneer Dorothy in het magische land van Oz terechtkomt en naar de tovenaar vertrekt zingen ze “We’re off to see the wizard”. Elke keer er een nieuw expeditielid bijkomt herhalen ze dit liedje. Dit is een leidmotief. Dit leidmotief verwijst naar het grondmotief. Hiermee verduidelijken de personages het doel van hun zoektocht of expeditie.

Het grondmotief is een zoektocht naar iets wat je denkt niet te hebben maar dat je in realiteit altijd al had.

D)      Personages

De personages die Dorothy in Kansas kent, gelijken heel sterk op de personages die ze in haar droom ontmoet. Ze hebben dezelfde karaktertrekken, al komen die in haar droom meer uitgesproken tot uiting dan in realiteit. Ook de uiterlijke gelijkenissen zijn treffend. Aan het begin van de film leren we alle personages en hun karaktertrekken kennen.

Het hoofdpersonage is Dorothy. Ze is een jong, naïef en opgewekt meisje dat niet het gevoel heeft dat ze thuishoort bij haar oom en tante op de boerderij in Kansas. Ze heeft bruin krullend haar dat ze bijna heel de film lang in twee staartjes draagt. Ze draagt een blauw geruit jurkje, het jurkje pas bij het boerenleven dat ze leidt. Dorothy vertoont wel enige psychologische diepgang. Ze leert op het einde van haar droom dat ze haar geluk niet verder moet gaan zoeken dan haar achtertuin. Hierdoor neigt Dorothy naar een dynamisch personage. Daarnaast is zij het personage dat heel de film door gevolgd wordt. Hierdoor leer je haar volledig kennen. Haar persoonlijkheid en karaktertrekken zijn volledig belicht. Dat maakt haar een ‘round character’.

Een tweede personage in de film is tante Emily (Em).  Ze is als een moeder voor Dorothy. Tante Em is een oudere vrouw met een opgestoken kapsel dat ondertussen al lang uit de mode is. Ook haar kledij maakt deel uit van de mode uit de tijd van de film (1939). Tante Em is een ‘flat character’. Naast het feit dat ze een moederfiguur is voor Dorothy en dat ze veel om haar geeft, kom je niet veel meer te weten over haar. Ze maakt ook geen noemenswaardige psychologische ontwikkeling door tijdens de film. Tante Em is dus een statisch personage.

E)      Één aspect van tijd

Er is iets speciaals aan de hand met de tijd in dit verhaal. In de droom lijkt het namelijk alsof de personages een ellenlange tocht achter de rug hebben. Op het einde van de film zegt Dorothy dat ze dagen en dagen geprobeerd heeft om terug naar huis te keren, terwijl er in realiteit nauwelijks enkele uren verstreken blijken te zijn. Eigenlijk weet je niet exact hoeveel tijd er verstreken is in realiteit, maar haar familie stelt haar gerust door haar te zeggen dat ze gewoon een nare droom had. Niemand zegt dat ze voor dagen heeft geslapen. Daaruit kan je afleiden dat de tijd in haar droom veel sneller ging dan die in de realiteit. We merken dus dat het tijdsverloop in Oz en Kansas anders verliep, maar er zijn geen exacte aanwijzingen van tijd te vinden. We spreken hier dus van een diffuus tijdsverloop.

F)      Kijkervaring

Een film kijken die meer dan 70 jaar oud is, ervaar je heel anders dan een hedendaagse film.Het eerste element dat opvalt is het decor. Tegenwoordig beschikt de filmindustrie over hoogtechnologische technieken om het decor er piekfijn uit te laten zien. In die tijd bestond dat vanzelfsprekend nog niet en valt het op dat het decor uit plastic vervaardigd is. De film zelf doet heel Disneyachtig aan. Alles gaat goed en iedereen is vrolijk tot plots het kwaad enkele keren opduikt. Op het einde is het kwaad verslagen en alles komt goed. Het ultieme basisscenario voor elke Disneyfilm. Voor mij persoonlijk voelde het een beetje fake aan en ik miste diepgang in de film. Daarnaast ben ik absoluut geen fan van musicalachtige taferelen. 

 

Maak een gratis website Webnode