Lectuurfiche 3
Ewo, J. (2002). De maan is een spelbreker. Leuven: Davidsfonds Uitgeverij nv.
In welk jaar het verhaal zich afspeelt, kom je niet te weten. Wat je als lezer wel weet, is dat Adam bij elk hoofdstuk de dag en de maand vermeldt. In dit boek begint hij op maandag 30 maart en eindigt hij op 18 april, de dag van zijn verjaardag. De technologie die in het boek gebruikt wordt, verraadt wel dat het boek niet in de laatste 5 jaar gesitueerd is. Adam gebruikt zijn mobiele telefoon enkel om te bellen en te sms'en en ze hebben thuis nog een vaste lijn.
Wat is het hoofdthema?
Het hoofdthema is depressie waarbij Adam de strijd aangaat met een soort god, namelijk de maan.
Appreciatie
Dit boek is een vervolg op De zon is een maffe god van John Ewo. Dat boek vond ik zo goed, dat ik van het vervolg vrij hoge verwachtingen had. In het eerste boek leer je Adam kennen als optimist en geniet je van het luchtige thema. Ook de schrijfstijl is prachtig. Dit hoopte ik ook terug te zien in het vervolg, maar achteraf bleken mijn verwachtingen wat te hoog. Het sombere thema weegt wat op het leesplezier, vooral middenin het verhaal. Ook de mooie schrijfstijl springt er niet meer zo uit. Het boek is door dezelfde persoon vertaald, dus daar zal het niet aan liggen. Probeerde de schrijver te hard om zijn voorgaande boek te evenaren? Of lagen mijn verwachtingen te hoog voor ik begon te lezen?
Specifieke vragen volgens Chambers
Door wiens ogen zag je het verhaal. Zag je heel het verhaal door de ogen van hetzelfde personage?
Je ziet het verhaal door de ogen van Adam. Maar dat is niet heel het verhaal zo. In de inleiding zie je het verhaal bijvoorbeeld door de ogen van een personage van wie de naam niet genoemd wordt (hoogstwaarschijnlijk Frank). In de novelle van Frank zie je het verhaal door de ogen van Kjell. Op het einde zie je het verhaal door de ogen van Vrouw Luna.
Welk personage vind je het interessantst? Zijn er personages die je doen denken aan mensen die je kent?
Adam is ongetwijfeld het interessantste personage. Zijn optimisme en levenslust maken van hem een leuk en vrolijk personage. Hij is ook degene die het meeste meemaakt en bij wie je het meest betrokken bent. Reidar en Frank doen me denken aan respectievelijk mijn beste vriendin en mijn zus. Mijn beste vriendin zit ook in een dip zoals Reidar, en mijn zus is bijna even depressief geweest als Frank. Net als Frank is ze er ondertussen stilaan bovenop aan het komen.
Hoelang duurt de periode waarin het verhaal zich afspeelt? Krijg je een verslag van elke dag?
Het verhaal begint op 30 maart en eindigt op 18. Dat maakt dat de periode twintig dagen beslaat. Adam brengt elke dag verslag uit. Niet elke dag evenveel, soms heeft hij al eens een mindere dag en heeft hij minder zin om te vertellen, andere dagen vertelt hij alle details van de voorbije dag.
Narratologisch aspect
Als verhaalaspect zou ik graag de verteller bespreken, omdat die zo opmerkelijk is in deze boeken. De verteller is heel duidelijk aanwezig (gedramatiseerd). Adam is de verteller, en je beleeft het verhaal met hem. Hij vertelt zijn verhaal in de ik-vorm. Als je het boek leest lijkt het vaak alsof hij een belevende ik-verteller is, dit omdat hij zijn verhaal in de tegenwoordige tijd vertelt en het voelt alsof het nu aan het gebeuren is. Er zijn echter genoeg aanwijzingen in het verhaal waardoor je merkt dat hij terugblikt en bijgevolg een vertellende ik-verteller is. Zo zegt hij: " Zeuren over de zin van het leven is niet aan mij besteed. Niet op deze maandag 30 maart, 17u.13. Niet zolang ik geen weet heb van wat me boven het hoofd hangt. Had ik ook maar het lichtste vermoeden gehad, dan was ik hoogstwaarschijnlijk naast Reidar neergezakt om onzichtbaar te worden in zijn mist.","WAT ER GEBEURDE IS DIT: 1. Ik word wakker, 2. Mijn ogen klappen open en merken dat de ridder terug is.".
Adam is geen verteller die enkel in zijn verhaal leeft, hij spreekt zijn lezers ook rechtstreeks aan. "Broeders en zusters, eigenlijk had jullie praatzieke en intelligente verteller, Adam, dit verhaal moeten openen." Wat zo opmerkelijk is in deze boeken, is dat Adam de vertellende ik-verteller, zich bijna net zo sterk naar zijn publiek richt als een auctoriale verteller zou doen. Doorgaans doen vertellende ik-vertellers dit niet zo duidelijk in een dagboek als dit. Hij doet ook bijna alsof hij de auctoriale verteller is. Zo zegt hij: "Maar vanaf nu neem ik de leiding weer over. Ik heb het stuur en de draad van het verhaal in handen." Maar hij is geen auctoriale verteller, hij kan alleen maar vertellen wat hij zelf weet en weet niet wat de rest van de personages denkt of voelt. "De rook drijft in hun ogen, maar het schijnt hen niet te storen." Adam weet niet of het hen echt niet stoort, hij kan alleen maar vaststellen dat het lijkt dat het niet zo is.
Adam de verteller is de centrale figuur in het verhaal, hij is de held die de boel moet redden. Dat wijst erop dat hij een autodiëgetische verteller is. Hij is dus een personage in het verhaal. Dat maakt van hem een interne autodiëgetische verteller. Dat hij zichzelf de held van het verhaal waant, merk je in zinnen zoals de volgende: "Met andere woorden, ik ben de laatste man die de aarde bijeenhoudt. Van het touw dat verhindert dat de aarde int tweeën splitst blijft slechts een draadje over. Ik ben de laatste hoop in een wereld waarin iedereen denkt dat de hoop vervlogen is."
Hoofdzakelijk vertelt Adam het verhaal. Maar hij sluit ook andere stukken in, in zijn dagboek. Zo laat hij onder andere zijn fret 'vrouw Luna' aan het woord, laat hij de lezers meelezen in een novelle van Frank en vermeldt hij het scenario van de roadmovie die hij en Frank bij elkaar fantaseerden. Ook de inleiding vertelt Adam niet zelf. Het verhaal wordt geopend met een griezelfilm. De fret vertelt als een interne allodiëgetische verteller en als vertellende ik-verteller. Hij beleefde het verhaal vanaf de zijlijn en blikt kort terug op de feiten. De griezelfilm wordt verteld door een externe heterodiëgetische verteller. Het verhaal is geschreven in de hij-vorm. De verteller is hier niet gedramatiseerd en het is een enkelvoudige personale verteller omdat de gedachten van een enkel personage uitgewerkt zijn. In de roadmovie herken je ook een externe heterodiëgetische verteller. De manier van vertellen is meervoudig personaal omdat je de gedachtengang, gevoelens en vermoedens van Franco en Fatman kent (de rollen van respectievelijk Frank en Adam). In de novelle van Frank komen we ook weer een externe heterodiëgtische verteller tegen. De manier van vertellen is hier enkelvoudig personaal, je ziet het verhaal door de ogen van Kjell aka Trash Bazooka.